volg ons op facebook |
Laatst bijgewerkt: 22-Feb-2014 | ||||
Workshopdag
|
|||||
Op 2 november 2013 hield de WTKG een Workshopdag in Oertijdmuseum De Groene Poort te Boxtel. De vereniging heet natuurlijk niet voor niets Werkgroep. Deze dag stond in het teken van determinatie van haaientanden (workshop verzorgd door Eddy Spijkerman), microfossielen (door Sylvia Verschueren) en determinatie van bivalven (door Ronald Pouwer). René Fraaije, directeur van het Oertijdmuseum, had een mooie ruimte beschikbaar gesteld met daarbij ook binoculairs, die natuurlijk niet mochten ontbreken bij de microfossielenworkshop en ook voor de bivalven- en haaientandenworkshop erg handig waren. |
|||||
Workshop haaientanden Eddy Spijkerman gaf 's ochtends een degelijke introductie met een presentatie waarin hij op hoog tempo een groot aantal haaien- en roggensoorten en onderwerpen voorbij liet komen. Deze introductie werd gevolgd door een tweetal intensieve praktijkdelen ('s ochtends en 's middags), waarbij aan de hand van literatuur en de uitgebreide hand-out het door de deelnemers meegenomen materiaal werd gedetermineerd. Dit was onder andere materiaal uit Miste (van de Jubileumgraafactie 2013) en uit Balgoy (Peters & Wesselingh, 2009). Veel verschillende haaiengenera en typen tanden passeerden de revue, alsmede roggenstekels en -tanden. Eddy gaf uitgebreid uitleg en onderbouwde zijn determinaties, waardoor de deelnemers beter inzicht kregen in de voor determinatie belangrijke kenmerken van haaientanden en met correct gedetermineerd materiaal weer naar huis konden. |
|||||
Workshop microfossielen De zeer degelijke voorbereiding van Sylvia Verschueren werd direct duidelijk uit haar gestructureerde en afwisselende workshop. Sylvia behandelde zowel de typische microfossielen als foraminiferen en ostracoden (mosselkreeftjes, kleine kreeftachtigen), maar ook 'macro als micro': bijvoorbeeld kleine skeletplaatjes van zeesterren of stengeldelen van zeelelies. Na de korte introductie konden de deelnemers direct aan de slag, met een tweetal slides met in totaal 20 microfossielen. Doel was elk fossiel tot algemene groep te determineren (zoals 'foram', 'ostracode' e.d.). Dat was nog helemaal niet zo eenvoudig en vooral sponsnaalden, skeletdelen van slangsterren en minuscule fragmentjes van krabbenschilden zetten veel mensen op het verkeerde been. Na deze eerste praktijkopdracht volgde verdieping met speciale aandacht voor forams, ostracoden en conodonten (kauwapparaten van primitieve gewervelden, bekend vanaf Cambrium tot Laat-Trias). Daarna konden de deelnemers echt aan de slag: zo konden ze de verschillende microfossielgroepen leren kennen aan de hand van slides met uitgepikt materiaal, en konden ze daarna ook ruwe monsters bekijken om de microfossielen 'in het veld' te leren herkennen. Er was materiaal beschikbaar uit vrijwel geheel West-Europa en ook wat monsters (met conodonten) uit de Verenigde Staten. De ouderdom van het materiaal varieerde van Paleozoisch tot recent, met uiteraard de nadruk op het Tertiair en Kwartair. |
|||||
Workshop bivalven Na een heldere beschrijving van de basiskenmerken van de schelp van tweekleppigen en enige opmerkingen ten aanzien van de waarde van deze kenmerken voor determinatie van bivalven volgde het praktijkdeel. Doel van de workshop was niet het op naam brengen van de schelpen, maar het goed (leren) kijken en gemengde monsters correct op te splitsen in de verschillende soorten. Met fossiele bivalven van het Nederlandse strand uit de collectie van het Naturalis Biodiversity Center gooide Ronald de deelnemers direct in het diepe. Ga maar eens verschillende grote Pecten uit elkaar halen, en wat te denken van een aantal Anomiidae? Om nog maar te zwijgen over een monstertje Astarte! Intensief samenwerken tussen de deelnemers en natuurlijk het gedetailleerde en geduldige commentaar van Ronald zorgden ervoor dat vrijwel alle monsters toch succesvol gesplitst konden worden. Er was één uitzondering: een mooie kokkelachtige werd door Henk Boerman en Henk Mulder na grondig vergelijken gedoopt tot de nieuwe soort 'Cardium henki' (natuurlijk door Henk genoemd naar Henk). Ronald was er echter toch van overtuigd dat het hier een exemplaar van Acanthocardia echinata betrof... |
|||||
Literatuur Verschueren, S. & S. Mermuys, 2007. Resultaten enquête excursies en webstek. Afzettingen WTKG 28 (4), 74-77. |
|||||